1. Je hebt minder energie wanneer je thuis bent, zelfs al slaap je voldoende uren, al werk je je niet ‘kapot’ overdag – je geraakt niet opgeladen en uitgerust.
2. Je maakt allerhande plannen die je wil doen wanneer je thuiskomt. Eens thuisgekomen, doe je er niets mee. Je valt in zak en as en van je gemaakte plannen komt er niets meer van in huis.
3. Je komt moeilijk tot rust thuis. Neerzitten voor een kopje thee en je favoriet tijdschrift wordt steevast onderbroken (er is altijd wel iets te doen). Lekker ontspannen voor het slapen gaan, lukt je moeilijk.
4. Wat je ook probeert te ondernemen, het gaat moeilijk vooruit. Je werkt nochtans met je natuurlijke talenten, je weet van aanpakken, je kent je vak, je onderneemt de juiste acties, je kent de juiste mensen en toch lukt het niet. Alles wat je onderneemt lukt moeizaam, het kost je veel energie. Precies alsof je fietst met de rem op.
5. Je hebt weinig inspiratie of ideeën. Je ziet niet ‘the next step’ die je kan nemen in je plannen. Je ziet weinig oplossingen wanneer je problemen hebt. Je ziet of krijgt minder opportuniteiten. Of je ziet ze net te laat. Telkens mis je de boot.
6. Thuis zijn vind je niet zo leuk. Je gaat liever de deur uit om te ontspannen, terwijl je thuis wel alles hebt om te ontspannen (zoals bijvoorbeeld een mooie tuin, een prachtig tuinset, een gezellige keuken, een cosy zithoek met openhaard, een mooie inrichting, goede zitmeubelen, de nieuwste flat screen, een goede muziekinstallatie, interessante boeken, een goed gevulde koelkast).
7. Je huis is prachtig ingericht en toch vind je er je plek niet. Je blijft maar schuiven met de meubelen. Je blijft maar herinrichten. Je voelt er je niet thuis, je vindt er je draai niet.
8. Je slaapkwaliteit kan beter. Zelfs al kruip je op tijd onder de wol, heb je geen zorgen, drink je geen of weinig alcohol voor het slapen gaan en eet je ’s avonds een lichte maaltijd.
9. Sinds je verhuisd bent, gaat je leven niet meer vooruit. Je hebt minder energie dan vroeger, je bent vaker ziek, je hebt merkelijk meer discussies thuis.
10. Je bent een meester in positief denken – totdat je thuiskomt. Dan nemen de demonen het over in je hoofd, je begint te piekeren en denkt negatiever – daar waar je buitenshuis een meester bent in positief denken.